Het wordt heerlijk weer zei de weervrouw op de radio. Vooral in het Noordoosten van het land. Weinig wind en temperaturen oplopend tot 13 á 14 graden.

Dat wordt dus fietsen dacht ik. Geen excuus voor deze mooi weer fietser. De lucht was om een uur of één strak blauw met wat schapenwolkjes en in het zonnetje bij de achterdeur was het heerlijk. Ok. Altijd weer die keuze wat je aan moet. Lange broek, korte broek. Daar was ik snel over uit. Driekwart moest kunnen. Zweetshirtje, wielershirt met korte mouwen en een warme jas er over. Zo moest ik van het zonnetje gaan genieten.

De celeste Bianci wordt van de haak getild, camera in de tas en hup, daar gaat ie. Als ik een beetje buiten het dorp in de schaduw van wat bomen en in de wind fiets bekruipt me toch het gevoel dat het misschien toch wat kouder was dan de weer-mevrouw in de warme Hilversumse studio had bedacht. Maar, eenmaal op pad is er geen terug!

Ik draai Tripscompagnie op richting zuid en heb het idee dat ik toch wel wind tegen heb. Niet veel, maar net genoeg voor een beetje wind-chill. Gelukkig heb ik de zon recht voor me schijnen dus dat warmt wel mee. Eerst maar een lekker stuk tegen het briesje in, dan valt het straks mee. Ik krijg het idee dat de wind meer zuidoost is vandaag en stuur richting Borgercompagnie om die helemaal te volgen naar Annerveenschekanaal. Allemaal rechte, strakke wegen langs rechte, strakke kanalen.

Annerveenschekanaal, of AVK voor de intimi, linksaf richting Bareveld, onder het tunneltje van de N33 door naar Nieuwediep. Hier is het kanaal jaren geleden gedempt maar de kaarsrechte weg ligt er nog steeds. Veenkoloniën. Het valt me op dat ik alweer het gevoel heb tegenwind te hebben. Hmm vreemd. Ik neem me voor om via Stadskanaal naar Pekela te rijden. En dan Pekel-all-the-way. 14 Kilometer kaarsrechte weg en dito kanaal. Van het Noorderdiep tot aan de imposante watertoren.

Als ik de weg langs het Pekelderdiep opdraai is de zon verdwenen achter de steeds groter wordende schapenwolken. Het begint meer een schaapskudde te worden. En verdraaid. Nu nog meer wind op de kop. Duidelijk in het water te zien. Wind tegen. Nu ook de zon verdwijnt is het wel erg frisjes op de fiets. Doortrappen dan maar. Kilometers lange rechte stukken met af en toe een flauwe bocht. Gelukkig is er in Boven Pekela lintbebouwing. En ook de zon laat zich weer een beetje zien. Alleen schijnt die nu op mijn rug. Het kanaal is een rouwe bondgenoot daar naast me. Af en toe een blauwe brug of een sluis. Vroeger was dit de Pekel Aa. Een riviertje dat een openverbinding naar de Dollard had. Het water was door de getijdewerking brak. Vandaar de naam. In de tijd van de vervening heeft men de rivier gekanaliseerd. De eerste grote infrastructurele projecten in Nederland. Turf was toen de olie en gas van nu. En ook toen gingen de winsten van de vervening naar het Westen. En nadat het veen op was bleven er keuterboeren over. Je hebt wat te overdenken op zo’n lang stuk…

Ik ben inmiddels in Nieuwe Pekela aangeland. Hier liggen mijn roots. Mijn beide ouders komen hier vandaan. Mijn moeder was er eentje van timmerfabriek Excelcior en mijn vader eentje van grossier Karsijns. De timmerfabriek is er nog steeds, gerund door een verre achterneef, maar de woonhuizen zijn verdwenen. Ook bij de kruising van de Onstwedderweg waar de grossierderij en later slijterij en tabakszaak van mijn oom stond, staat een nieuw pand.

Als ik verder fiets begint de weg en het kanaal wat meer te slingeren. In Oude Pekela is nog een stuk van de oude loop van de Pekel Aa te zien. Met zijn kapiteinswoningen, lantarens en klinkers is dit toch een beduidend mooier stukje Ol Pekel dan de sjofele woonwijk die ons iedere keer door de tv wordt voorgeschoteld.

Uiteindelijk krijg ik de imposante watertoren in zicht die het eind (of begin) van Pekel aangeeft. Nu op huis aan. Ik heb het inmiddels knap koud. Ik rij via de Apollolaan naar de N367 die ik oversteek om de Emergoweg richting Meeden te pakken. En verdorie, weer tegenwind. Pfft. Ik besluit om me maar niet meer over te verwonderen over de wind en rij via de Ceresweg en Kibbelgaarn naar de Noorderweg. Volledig open veld hier maar een heerlijk zonnetje van links warmt me weer een beetje op. En ik kan de stal weer een beetje ruiken. Bij Duurkenakker steek ik het AG Wildervanckkanaal over, over het spoor en dan weer richting Muntendam. Dik twee uur op de fiets. Bijna 50 kilometer. Ik ben tevreden. Ging best lekker voor een tweede ritje.

Het wordt heerlijk weer zei de weervrouw op de radio. Vooral in het Noordoosten van het land. Weinig wind en temperaturen oplopend tot 13 á 14 graden. Tja, de weinige wind die er was kreeg ik allemaal tegen me in. En die thermometer zal wel in een weerkastje met thermopane, vloerverwarming en HR ketel gehangen hebben.